Geplaatst door Hans
Roodenburg op 31 maart, 2012 - 17:45
Uit alle hoeken en
gaten kropen ze tevoorschijn. Uitgerangeerde politici, ook wel mastodonten
genoemd. Aanleiding: geruchten over een korting op de ontwikkelingshulp.
Ooit heette het 'hulp aan de onderontwikkelde gebieden'. Maar dat klonk
nogal negatief. Daarom gaf men na verloop van tijd de voorkeur aan
'ontwikkelingshulp'. Dat suggereerde iets als 'bouwen aan een mooie toekomst'.
Maar ook die term voldeed niet, want 'hulp' dat klonk toch wel erg
paternalistisch, en daarom werd uiteindelijk gekozen voor
'ontwikkelingssamenwerking', afgekort als OS.
Heilige koe
En OS heeft in de
Nederlandse politiek de status van heilige koe. Daar kunnen voorstanders van de
hypotheekrenteaftrek of van de AOW-met-65-jaar gerust jaloers op zijn. En dat
terwijl die OS buiten de politiek bepaald niet onomstreden is. Niet alleen aan
de borreltafel, maar ook in academische milieus zijn uitgesproken critici te
vinden. Denk aan de Zambiaanse schrijfster en econome Dambisa Moyo of aan onze
eigen Arend
Jan Boekestijn.
De argumenten tegen zijn inmiddels genoegzaam bekend. Om er een paar te noemen: Er
blijft te veel aan de strijkstok hangen. Het resterende geld leidt niet altijd
tot duurzame verbetering - denk aan de zogenaamde hulpverslaving. Maar ook hulp
die goed wordt besteed kan schadelijke neveneffecten hebben. Dankzij de
hulpgelden kunnen foute regimes een groter deel van hun staatsinkomsten -
meestal uit de exploitatie van natuurlijke hulpbronnen - aanwenden te eigen bate of voor de aankoop van wapens.
Gouden bed
OS kampt in ieder geval met
een imagoprobleem. Er hangt een sfeer omheen van corruptie en zakkenvullerij.
Neem bijvoorbeeld de opschudding - een paar jaar terug - over het onstuimige
declaratiegedrag van Eveline
Herfkens, ooit een van de iconen van de Nederlandse ontwikkelingsindustrie.
Maar dat imagoprobleem
dateert bepaald niet van vandaag of gisteren. Al in 1962 ging het helemaal mis.
Dat was het jaar van de beruchte affaire van het gouden bed, in Londen
aangekocht door een Ghanese ministersvrouw. Het werd een internationale rel en
de betrokken minister moest aftreden. Met het imago van de ontwikkelingshulp is
het nadien nooit meer helemaal goedgekomen.
Dijken
Wat stellen de voorstanders
van ontwikkelingshulp tegenover de kritiek? In de eerste plaats een moreel
appèl. Wie wil korten op 'hulp aan de allerarmsten' deugt niet. Dit soort
argumentatie doet denken aan de tsunami van godwins die het land overspoelde nadat Fortuyn het tien
jaar terug had gewaagd kanttekeningen te plaatsen bij de veronderstelde
zegeningen van de multiculturele samenleving.
Maar steeds vaker wordt ook
het argument gehoord dat OS in ons eigen belang is. Minder OS zou leiden tot meer emigratie van
kanslozen naar Europa. Dankzij OS zouden nieuwe markten voor onze producten
opengaan, en korten op ontwikkelingshulp zou de internationale reputatie van
ons land schaden. Erg overtuigend klinkt het allemaal niet. En dat wordt er
bepaald niet beter op als natuurlijk ook weer die eeuwige dijken van stal
worden gehaald, waarachter wij Nederlanders geacht worden ons zo graag terug te
trekken.
Een voorbeeld van dit type
argumentatie was te zien in Nieuwsuur gisteren. In een kennelijke
poging om verdeeldheid te zaaien in de VVD, mocht Ed Nijpels - ooit leider van
de VVD en tegenwoordig lobbyist - daar een tirade afsteken tegen een mogelijke
korting op OS. Hij maakte meteen van de gelegenheid gebruik om aan te geven wat
hem verder niet beviel aan de huidige regeringssamenwerking. Je vraagt je af
wat deze man nog in de VVD te zoeken heeft, maar dit terzijde.
Geboortebeperking
Een zakelijke discussie
over OS lijkt voorlopig nog ver weg. Daarom zal het niet meevallen om ook de
uitgaven aan OS, naast al die andere overheidsbestedingen aan nobele doelen,
gewoon in de afwegingen te betrekken die gemaakt moeten worden om te komen tot
gezonde overheidsfinanciën.
Misschien moeten die
mastodonten het ontwikkelingsmodel van de Volksrepubliek China eens bestuderen.
Geen ontwikkelingshulp, maar wel rigoureuze geboortebeperking, en binnen een
paar decennia was deze achterlijke landbouwstaat getransformeerd in een
opkomende economische wereldmacht. Toegegeven, dit is een
andere discussie, maar het plaatst al dat geweeklaag van die mastodonten weer
een beetje in perspectief.